Wanneer je op een motorfiets stapt, ben je als verkeersdeelnemer uiteraard een stuk kwetsbaarder dan bijvoorbeeld in de auto. Dat merk je niet alleen omdat je een evenwichtsvoertuig hebt en een stuk kleiner bent en dus een stuk sneller over het hoofd wordt gezien, maar vooral ook dat gebreken aan je motor vaak grotere gevolgen hebben. Voer daarom altijd een degelijke voertuigcontrole uit, voordat je opstapt. Uiteraard geldt dat ook voor elk begin van een motorrijles.
Gevolgen
Wanneer er iets mis is met bijvoorbeeld je banden wanneer je je opmaakt voor een autorit, dan zul je weinig tot niets merken aan het rijgedrag. Tenzij je echt met een lekke band rijdt. De bestuurbaarheid van de auto zal dan een stuk slechter worden. Erg lastig dus, maar meestal heeft het niet echt desastreuze gevolgen. Wanneer je op de motor stapt, is dat een heel ander verhaal. Als een van jouw twee banden (veel) te zacht is, zal een bocht maken bijna onmogelijk zijn! Zorg dus voor een gedegen controle voordat je onderweg gaat.
BRAVOS
Voor een goede controle is een beetje discipline wel belangrijk, zodat je niets belangrijks vergeet. Je moet dus weten welke controles je moet doen. Een ezelsbruggetje om dat te onthouden, is BRAVOS. De letters van deze afkorting staan voor de onderdelen die je moet controleren. De B is van banden, R van remmen, A van aandrijving, V is van verlichting, O staat voor olie en S van spiegels. Waar je op precies op moet letten, zal ik hieronder beschrijven.
Banden
Je banden zijn het enige contact met de weg en daarom vind ik dat de belangrijkste controle die je moet doen. Je checkt of het profiel diep genoeg is (1 mm), er geen beschadigingen zijn en of de bandenspanning juist is.
De profieldiepte van motorbanden moet ten minste 1 millimeter staan. Dat is minder dan bij een personenauto, omdat het gewicht per vierkante centimeter van een motor hoger is.
Wanneer er oneffenheden aan de band zijn, heb je sneller een klapband. Let dus goed op, of er nergens plakjes af zijn of dat er stukken rubber missen. Ook kan er een schroef, spijker of iets anders in de band blijven zitten, waardoor een lekke band snel kan gebeuren. In de meeste gevallen is de kans dat er iets in de band blijft steken het grootst bij je achterband.
De juiste bandenspanning vind je bij de meeste motoren op een sticker op de achterbrug, bij het achterwiel. Deze spanning kun je natuurlijk meten met een bandenspanningsmeter, al dan niet bij het tankstation, maar dat is praktisch gezien niet echt handig. Beide zijn die meestal niet echt in de buurt. Wat wel makkelijk en snel te meten is, is door met de punt van je voet gewicht op je velg te zetten. Je voelt dan meten of de band (ver) inzakt. Als dat zo is, dan is het niet veilig om op te stappen.
Remmen
Voor een goede controle van de reminrichting is het vooral belangrijk om te controleren of er remdruk is, de remblokken, -leidingen of -schijven niet te ver versleten zijn en of de remverlichting werkt.
De remdruk controleer je door de remhendel in te knijpen of te drukken en te voelen of er genoeg weerstand is. Kun je de hendel tot het handvat inknijpen(voorrem) of tot de aanslag (achterrem) indrukken dan is er te weinig remdruk en kun je niet gaan rijden. Controleer door de kijkglaasjes ook meteen of er genoeg remvloeistof in het reservoir zit.
Wanneer er beschadigingen aan de remleidingen zijn, kunnen er lekkages ontstaan. Door lekkages valt de remdruk weg en kun je niet remmen. Bij versleten remblokken of -schijven wordt remmen ook lastig. Je kunt met een visuele controle kijken of de remvoeringen nog dik genoeg zijn en of de schijven geen groeven of beschadigingen vertonen.
Vergeet niet de remverlichting te controleren. De achterlamp van een motorfiets moet feller gaan branden wanneer een van beide remmen wordt gebruikt. Wat vaak erg onhandig is bij deze controle, is dat je niet tegelijkertijd de achterlamp kunt zien en de remhendel bedienen. Zoek daarom bijvoorbeeld een spiegelende ruit achter de motor, of houd je hand dicht achter de lamp om de weerspiegeling te kunnen zien.
Aandrijving
De aandrijving van een motorfiets gebeurt meestal door een ketting, maar een cardanas of aandrijfriem is ook mogelijk. De speling moet gecontroleerd worden en de ketting moet vet blijven.
De meeste (les)motoren worden aangedreven door een ketting, die bij het gebruik oprekt. Daardoor zal er meer speling ontstaan. De speling kun je controleren door halverwege de tandwielen de ketting op te tillen. Dat mag niet meer zijn dan 2 a 3 centimeter. Als dat meer is, is er een kans dat de ketting van de tandwielen loopt. Is de speling minder, dan kan dat ook gevaarlijk zijn, omdat de ketting dan van de tandwielen kan lopen of vastslaan.
Het vettig houden van de ketting is belangrijk om de levensduur te verlengen. In het instructieboekje kun je vinden welke olie er moet worden gebruikt. De frequentie van het smeren van de ketting heeft te maken met verschillende factoren. Bij regenachtig weer, spoelt de olie namelijk sneller weg en bij veel stof is het ook raadzaam om de conditie van de ketting goed in de gaten te houden.
Verlichting
Verlichting is het belangrijkste om de zichtbaarheid van de motorrijder te bevorderen. Naast het dimlicht en het grootlicht, zijn ook de richtingaanwijzers en de claxon belangrijk. Test de werking van de verschillende soorten verlichting door de motorfiets op het contact te zetten. Tijdens de werking van de verlichting moet, naast de koplamp en de achterlamp, ook de kentekenplaatverlichting branden. Bij de meeste (nieuwere) motoren staat het dimlicht al ingeschakeld bij het op contact zetten en is uitschakelen niet mogelijk.
Olie
Het blok (de motor) van een motorfiets is gevuld met olie die er voor zorgt dat de motor soepel blijft lopen en enigszins wordt gekoeld.
Bij de meeste motoren moet het oliepeil worden gemeten met een koude motor en een voertuig dat waterpas staat. Soms werkt de smering van het blok anders en moet de motorfiets eerst een tijdje draaien, voordat je het olieniveau kunt meten. Er zit een peilstokje aan de oliedop of er is een kijkglaasje.
Spiegels
De spiegels moeten schoon en onbeschadigd zijn en goed staan afgesteld.
Pingback: Hoe gaat je eerste motorrijles? | De Rijmeester | Motorrijles Meppel